Gelukkig is er ook steun toegezegd vanuit de rijksoverheid van in totaal 56 miljoen voor alle dierenparken. Deze steun komt echter pas in februari beschikbaar, en zover wij weten is nog niet bekend hoe deze steun verdeeld gaat worden. Omdat we zorgen hebben over het voortbestaan van deze maatschappelijk belangrijke voorziening voor de stad, willen we weten in hoeverre de problematiek bij het college op de radar staat en wat er eventueel nodig is om het voortbestaan en het welzijn van de dieren in het park voor de langere termijn te borgen.   

Mogelijk zijn er nog meer maatschappelijk belangrijke initiatieven in de stad die onder druk staan ten gevolge van de coronacrisis, maar nog niet in beeld zijn bij de gemeente. Het zou ons inziens goed zijn als het college pro-actief een vinger aan de pols houdt en naast het onlangs vastgestelde financiële kader ook een duidelijk inhoudelijk afwegingskader voor steun voor dergelijke maatschappelijke initiatieven hanteert.  

Hierom stelt Evelien Kostermans de volgende vragen aan het college;

Vraag 1

Is het college bekend met de aanhoudende benarde positie van Dierenpark de Oliemeulen doordat er nauwelijks inkomsten zijn ten gevolge van de verschillende corona-lockdowns? Welke maatregelen zijn of worden er eventueel vanuit de gemeente al genomen?

Vraag 2

Het Dierenpark heeft de verantwoordelijkheid voor de verzorging van zo’n 750 dieren, en heeft daarnaast een belangrijke educatieve functie. Is het college het met GroenLinks eens dat het daarmee om een maatschappelijk belangrijke voorziening gaat die behouden moet blijven voor de stad, en dat we ook uit het oogpunt van dierenwelzijn moeten voorkomen dat de dieren in het park niet meer adequaat verzorgd kunnen worden? Graag een reflectie van het college op deze vraag. 

Vraag 3

Volgens de berichtgeving vanuit de rijksoverheid komt er begin februari steun van in totaal 39 miljoen voor alle dierenparken in moeilijkheden beschikbaar, mogelijk en hopelijk biedt dit ook  soelaas voor de Oliemeulen. Daarnaast is er op 18 december een extra 17 miljoen toegezegd. Op welke manier deze steun verdeeld gaat worden is nog niet bekend.

Is het college bereid om op korte termijn met het Dierenpark in gesprek te treden, de omvang van de problematiek in beeld te krijgen, en te bezien of er extra inspanningen nodig zijn om de functie van het Dierenpark te kunnen behouden voor de stad, daarbij rekening houdend met de landelijke steun die er naar verwachting nog komt? Graag een gemotiveerd antwoord op deze vraag. 

Vraag 4

Indien het college bereid is in gesprek te gaan met het Dierenpark, kunt u dan de raad informeren over de uitkomsten van dit gesprek?

Vraag 5

De noodkreet van de Oliemolen staat niet op zichzelf. Door de gevolgen van de coronacrisis is de vitale maatschappelijke infrastructuur in onze stad breder stevig onder druk komen te staan. 

Hoe houdt het college proactief een vinger aan de pols als het gaat om het voortbestaan van de belangrijke maatschappelijke initiatieven en organisaties in Tilburg? Welke (recente) ontwikkelingen ziet het college op dit vlak?



Vraag 6

Welk inhoudelijk afwegingskader gebruikt het college om te bepalen of een maatschappelijk initiatief en/of organisatie al dan niet in aanmerking komt voor (lokale) ondersteuning? Overweegt het college hierbij ook meer generieke steunmaatregelen (naast maatwerk voor individuele situaties)?

Binnen vier weken komt het college terug met antwoorden op de bovenstaande vragen.