Daar staan we, met zijn tweeën voor een roodgelakte deur in het centrum van Tilburg. Statige huizen, een winkeltje met handgemaakte zeepjes en papa’s en mama’s met designkinderwagens: het cliché van Tilburg als arbeidersstad geldt hier niet. Een beetje zenuwachtig druk ik op de bel. Naast me staat Tyas, een jongen van 22 met bruine krullen en een hippe bril. Hij heeft zich twee weken geleden aangesloten bij GroenLinks (“Want Trump, dat moeten we zien te voorkomen in Nederland”) en doet vandaag voor het eerst mee met een huis-aan-huisactie. Net als ik.

 

 Met acht mensen gaan we vandaag langs de deuren om te inventariseren hoe mensen over GroenLinks denken. We zijn bewapend met een vragenlijst-app, een winddicht jack in onvervalst GroenLinks-groen, en de nodige aanmoediging van ervaren deurgangers. “Ze zijn niet thuis,” zegt Tyas, want inmiddels staan we al een goede minuut voor de rode deur. “Helaas.” Gelukkig heeft de brievenbus geen nee/nee sticker, dus ik duw er een folder in voor we naar een ander tweetal lopen om te zien hoe zij het doen. “Dit meen je niet!” zegt Tyas en hij bonkt me op mijn schouder. “Daar, is dat nou Guus Meeuwis?” Ik verrek mijn nek om te zien waar hij naar kijkt en inderdaad, even verderop staat een lange, krullerige man met bril in de deuropening. “Geen idee, hij lijkt er wel op!” fluister ik. Evelien, de vrouw die ons begeleidt vandaag, schudt haar hoofd terwijl ze naar ons toe loopt. “Nee jongens, dat is zijn broer.”  Ons eigen moment van de dag komt pas later, als we aanbellen bij een klimop-overgroeid huisje in een volksbuurt. Hier zijn er meer mensen thuis en de zorgen achter de deur zijn groter. De man die opendoet is een opvallende verschijning. Niet door zijn lengte of zijn kale hoofd, maar omdat hij beeft. Van zijn kruin tot aan zijn pantoffels. Ik stel hem de eerste twee vragen van het lijstje (Gaat u stemmen volgend jaar? Overweegt u daarbij GroenLinks?) maar we weten allebei dat dat niet het belangrijkste is in dit gesprek. “Welke thema’s mogen meer in de aandacht komen in de politiek?” vraag ik daarom. “Ik ben gehandicapt, zoals jullie vast wel gezien hebben. Ik wil dat de politiek goede zorg geeft, ook voor mensen die het minder hebben getroffen. En voor armen.” Hij vertelt over zijn dagen in het ziekenhuis. Dat zijn vrouw hem zo veel steun geeft. Dat hij de thuishulp waardeert, al komt ze maar een keer per week. Als we weglopen, zijn Tyas en ik een beetje ontdaan. Bezuinigingen in de zorg betekenden voor mij dat ik wat meer moest betalen voor mijn lenzen. Deze man moet dagelijks leunen op de zorgen van zijn vrouw en komt op weinig andere plekken dan zijn woning en het ziekenhuis. Bij de koffie achteraf hebben we het nog steeds over hem. “Zo’n kerel, dan weet je waar je het voor doet.” zegt Tyas. Ik knik. Ook de anderen komen terug met verhalen. Evelien heeft gesproken met een vrouw die vindt dat houtkachels vervuilend zijn en wil dat de politiek dat hoog op de agenda zet. De oudste in ons gezelschap wilde een voorbijganger een folder geven. “Nee, hoeft niet!” riep die in het voorbijgaan. “Ik stem toch wel op GroenLinks.”   

Deze blog is geschreven door Ismay Kieskamp, in het kader van haar opleiding Journalistiek loopt ze stage bij GroenLinks in Utrecht.

Lijkt het je ook leuk om actief te worden voor GroenLinks in Tilburg? Geef je dan snel op via nu.groenlinks.nl/doemee