Openingstoespraak van Tilburgs wethouder Gon Mevis op het landelijke congres van GroenLinks op zaterdag 11 februari j.l.

WELKOMSTWOORD EN COLUMN
GON MEVIS
11 februari 2006  Tilburg

Welkom in Tilburg!
Een stad in ontwikkeling. Je ziet er de charme pas van in, als je er de tijd voor neemt. In de jaren ´70 nog een desolate economie, failliete textielindustrie, massawerkloosheid. Een katholiek bolwerk ook, met vele verenigingen, hechte volksbuurten, een hele kleine elite. En nu, een stad in ontwikkeling, dus: Veel kunst en cultuur, 25.000 studenten, 30.000 niet westers allochtonen, 200.000 inwoners, een innovatieve gemeentelijke organisatie, moderne industrie, creatieve industrie, grote verzekeringsmaatschappijen en zorginstellingen, fietspaden, groene omgeving, de Tilburgse Kermis en Festival Mundial.

Het is een stad waar GroenLinks al 12 jaar aan het college deelneemt, en werkt aan GroenLinkse idealen. Een stad dus, met een bijzondere typologie, maar ook veel overeenkomsten met andere steden. Want, net als andere grote steden, is Tilburg een boeiend mengsel van arm en rijk, oud en jong, autochtoon en allochtoon, werkend en werkloos, actief en passief. Waar gewerkt wordt aan veiligheid en herstructurering. En aan integratie door participatie, door meedoen. Onder het motto: we zijn allemaal Tilburgers.

Allemaal Tilburgers, dat is het uitgangspunt van onze aanpak van de dreigende tweedeling in onze stedelijke samenleving. Een tweedeling die door GroenLinks – landelijk en lokaal - gelukkig niet gezien wordt als een onomkeerbaar multicultureel drama, maar als een kwestie van samenwerken en bruggen bouwen.

Ik ben blij dat GroenLinksers zich niet laten meeslepen door de retoriek van weer een andere tegenstelling: aanpassen of vertrekken. Dat is de retoriek van het huidige kabinet. Een kabinet dat kiest voor oordelen en veroordelen, en niet in staat blijkt om de uitdaging van een pluriform Nederland in het juiste perspectief te plaatsen. Een kabinet dat regeert in termen van schuld en boete. Een kabinet dat toelaat dat de knelpunten in het integratieproces eenzijdig worden afgewenteld op de nieuwkomers. Daardoor is er een sfeer ontstaan van intolerantie en angst, dreiging en radicalisering. In zo’n klimaat, waarin mensen voortdurend in het defensief worden gedrongen, is openheid en goede samenwerking ver te zoeken. Juist een open klimaat is nodig om radicalisering van sommige Marokkaanse jongeren te stoppen of om criminele jongeren op het rechte pad te krijgen. En daar zit juist de oplossing voor de tweedeling; daar ligt de uitdaging van onze pluriforme stedelijke samenleving: in samenwerking. Met jong en oud, oud en nieuw.

Hoe doen we dat in Tilburg? Overigens in een constructieve samenwerking met PvdA én CDA en de meeste andere fracties?
In Tilburg maken we daar werk van door bruggenbouwers in te zetten, intermediairs. Bijvoorbeeld om te zorgen dat allochtone ouders meer betrokken raken bij de school, meehelpen bij een schoolreisje. Of bij de voetbalvereniging van hun kinderen, zodat ook de ouders van die kinderen op zaterdag langs de lijn staan. De bruggenbouwers leggen contacten en stimuleren samenwerking, daar waar dat niet vanzelf gaat. Ook in de gezondheidszorg, voor de woningcorporaties en andere maatschappelijke diensten. Wat we bijvoorbeeld ook doen is ruimte bieden voor eigen initiatieven. Via Verrijk je Wijk kunnen alle wijkbewoners simpel wat geld krijgen om wijkactiviteiten te organiseren. En in deze zaal organiseren we evenementen voor jongeren. Of beter: geven we jongeren de ruimte dit zelf te doen. En dan blijkt dat jongeren vooral een gezamenlijke cultuur hebben. Een cultuur van rap, zang en dans, pannavoetbal, skaten en stuntfietsen. Dan puilt dit gebouw uit met talent in alle denkbare kleuren en talen. En daar waar de vraagstukken nog fundamenteler zijn, nl. opleiding, stages en werk, zoeken we bondgenootschappen. Met instellingen en bedrijven. Of gaan we, zoals onlangs met het voltallige college op stap, met de Leerbanenbus, om stageplaatsen te werven.

Ook vandaag in deze poptempel 013, delen wij als deelnemers aan dit congres, een gezamenlijke cultuur: de cultuur van optimisme en aanpakken, van praten maar vooral ook doen, van tolerantie en solidariteit. De komende weken staan in dat teken. De komende weken voeren we campagne om deze GroenLinkse aanpak in zoveel mogelijk gemeenten met kracht te kunnen voortzetten. Ik wens ons daarbij allemaal veel succes!