Pepijn Boekhorst (lijsttrekker GroenLinks Nijmegen) en Joris Bengevoord (lijsttrekker GroenLinks Tilburg) schreven een ingezonden brief over de eer en het plezier van het raadslidmaatschap in dagblad De Gelderlander.
Ingewikkeld, een aanslag op de vrije tijd en slecht betaald. Dat vinden veel raadsleden van hun werk in de gemeenteraad. Steeds vaker hebben zij wat uit te leggen als ze vertellen in de gemeenteraad te (willen) zitten. In de kroeg, het buurthuis of de sportkantine: vaak is het beeld dat het raadslidmaatschap de grootste hondenbaan ter wereld is. Niet zo vreemd als we de kranten mogen geloven. Het raadswerk is zwaar en wordt zwaarder, zo schrijft NRC Handelsblad met de kop ‘raadsleden hebben geen leven’ op de voorpagina van de zaterdageditie. Het boekje ‘De gemeenteraad heeft geen toekomst’ verkoopt goed dankzij deze prikkelende titel. En ook de praatprogramma’s op tv richten zich vooral op één beeld namelijk dat het werk in de gemeenteraad ondoenlijk is. Als klap op de vuurpijl krijgen komt volgend jaar het ministerie van Binnenlandse Zaken met bijeenkomsten hoe om te gaan met bedreigingen en intimidatie. Raadslidmaatschap, dat lijkt alleen iets voor vakidioten. Terwijl het juist ontzettend eervol is.
Ja, het is waar dat er veel meer taken naar de gemeentes toekomen. En ja, dit zal gedwongen door Haagse bezuinigingen met veel minder geld moeten gebeuren dan het rijk dat jaren deed. Maar waarom zouden lokale volksvertegenwoordigers hier slechter over kunnen besluiten als onze collega's in “Den Haag”? Juist lokale volksvertegenwoordigers fietsen dagelijks door de stad waarover zij moeten besluiten, juist lokale politici staan letterlijk met de voeten op de gemeentegrond. Zij spreken de buurvrouw over die altijd te laat komende deeltaxi, zij spreken op het schoolplein de moeder die vijf keer per maand hetzelfde formulier moet invullen en zij hebben de kans om iedere avond aan te schuiven bij een bewonersoverleg of oprichtingsvergadering van een lokale energiecoöperatie. Raadsleden kunnen heel gemakkelijk vooraf horen of bewoners de meerwaarde van beleid zien en kunnen net zo snel achteraf nagaan of het beleid daadwerkelijk werkt.
De grote uitdaging voor raadsleden ligt de komende periode in het gesprek met inwoners. Juist nu allerlei gemeenten gaan samenwerken en het gevaar bestaat dat er ingewikkelde en ondoorzichtige constructies ontstaan. Dat vraagt om bewuste keuzes van raadsleden over hoe zij omgaan met hun spaarzame tijd. Verblijven zij straks meer in het stadhuis, om met hun wethouders en ambtenaren de stukken te doorgronden en controle te houden? Of verlaten zij het stadhuis om met mensen in gesprek te gaan en daarmee de gevolgen van beleid te kennen en te beoordelen? Wij roepen op om voor dat laatste te kiezen. Volksvertegenwoordiger ben je juist niet in het stadhuis, maar daarbuiten. Onze oproep: negeer als raadslid eens wat vaker documenten, visies, nota’s en stapels papier. Accepteer dat het niet gaat lukken om overal bestuurlijk grip op te hebben. Durf los te laten. En vooral: pak de fiets en ga er op uit in de stad. Praat met de ouders van kinderen in de Jeugdzorg, spreek met mensen aan het loket van Sociale Zaken en wees vooral een aanspreekpunt voor mensen die deze nieuwe taken treffen. En al snel zal duidelijk zijn dat de systeemwereld op de iPad meestal niet een-op-een overeenkomt met het leven van stadsgenoten.
Het is daarom nodig dat er naast alle 'decentralisaties (vooral op het gebied van zorg en werk) er nog een grote transformatie plaatsvindt. Een cultuuromslag die zich kan afspelen in de raadszaal. Met al die nieuwe belangrijke taken op haar bordje, moet de gemeenteraad nog veel meer als voorheen, 'met' mensen spreken i.p.v. 'over'. Raadsleden die zich aansluiten bij de leefwereld van burgers en het gesprek aangaan voordat er besluiten genomen worden. Door bewoners te betrekken bij de vaak ingewikkelde afwegingen ontstaat draagvlak en betrokkenheid. Het is mooi om te zien hoe raadsleden initiatiefnemers met elkaar kunnen verbinden. Raadsleden zijn bij uitstek de bondgenoten van de sociale doe-het-zelvers, mensen die met elkaar de stad maken.
Wij hebben de afgelopen jaren gemerkt dat het op zo’n manier kan. We spraken tientallen stadsgenoten, waarvan het merendeel iets wil bereiken. Juist dat contact met bewoners maakt het raadslidmaatschap ontzettend leuk en eervol. Het geeft veel energie en je leert je stad op een geweldige manier kennen. Niet alleen tijdens de campagneperiode maar vooral ook in de vier jaar die volgen. Alle krantenartikelen en cursussen van een minister ten spijt: wij gaan de komende vier jaar met volle overtuiging aan de slag als gemeenteraadslid!