Jonge starters tussen wal en schip
Specifiek gaat het om mensen die geen recht hebben op huurtoeslag, maar wel ingeschreven staan bij Woninginzicht omdat zij onder de onder de EU-grens vallen. Dit zijn eenpersoonshuishoudens met een inkomen tussen de tussen €23.225 en €39.056 en tweepersoonshuishoudens met een inkomen tussen €31.550 en €39.056. Dat zijn bijvoorbeeld thuiszorgmedewerkers, jongerenwerkers of basisschoolleraren. Deze groepen mogen volgens de huurinkomenstabel van Woninginzicht enkel reageren op het aanbod met een huur tussen de €633 en €752. Daar hebben ze bovendien concurrentie van “meerpersoonshuishoudens” en eenoudergezinnen met kinderen die soms ook nog voorrang krijgen. De seniorenhuishoudens die tot deze inkomensgroep behoren hebben vaak een lange inschrijftijd en soms ook voorrang vanwege een verhuisverklaring. Zij hebben een grotere slaagkans.
Vinger aan de pols onvoldoende
De antwoorden op onze technische vragen bevestigen dat deze groep woningzoekenden minder succesvol is dan woningzoekenden met een ander inkomen, maar plakken hier de beoordeling ‘in beperkte mate’ aan vast. GroenLinks Tilburg interpreteert deze cijfers anders en is juist gealarmeerd. De fractie vraagt het college niet alleen een vinger aan de pols te houden in de Stuurgroep Convenant Wonen, zoals de eerdere antwoorden bezweren, maar ook actie te ondernemen voor deze groep starters.
Keuzeruimte oprekken
De vraagt rijst waarom de genoemde doelgroep geen ruimere keuze heeft. De regelgeving is dat je mensen die huurtoeslaggerechtigd zijn geen woning mag aanbieden boven de huurtoeslaggrens – het is niet verboden om woningen met een huur onder de toeslaggrenzen aan woningzoekenden te verhuren die geen huurtoeslag nodig hebben.
Het is het overwegen waard om bijvoorbeeld de voorraad vanaf €585 (of een ander bedrag onder de €633, corporaties kunnen dat beter beoordelen – zij kennen de samenstelling van de voorraad) open te stellen voor deze doelgroep. Dat heeft uiteraard invloed op de slaagkans van de groep tot de huurtoeslaggrens, die wordt iets lager. Als de groep starters met een inkomen boven de huurtoeslaggrens en wel behorend tot de doelgroep sociale huur geen grotere slaagkansen krijgt dan betekent dat in de huidige woningmarkt dat startende huishoudens of een professional die de studentenkamer uit moet worden verwezen naar de particuliere verhuurders om voor €800 een studio van 30m2 te huren. Zij verdienen te weinig om appartementen of woningen van particulieren te huren. Daarnaast mis je kansen voor een gemengde samenstelling van wijken door instroom van mensen met een baan.
Hierom stelt Bas van Weegberg de volgende vragen aan het college:
1. Deelt het college de mening van GroenLinks dat starters met een inkomen boven de huurtoeslaggrens en onder de EU-inkomensgrens aan het kortste eind trekken bij het huren van een sociale huurwoning?
2. Is het college het met GroenLinks eens dat de verschillen met andere groepen zo groot zijn dat er actie nodig is om de slaagkansen van bovengenoemde groep te vergroten?
3. Deelt het college onze opvatting dat de instroom van deze groep kan bijdragen aan de gemengde samenstelling van wijken?
4. Is het college bereid dit aan de orde te stellen in de Stuurgroep Convenant Wonen, daar de mogelijkheden te bespreken om de slaagkansen van deze groep te vergroten, waaronder de optie om de huur-inkomenstabel aan te passen, en daarover afspraken te maken met de corporaties?
Binnen vier weken komt het college terug met antwoorden op onze vragen.