Minder auto’s: meer ruimte voor groen, wonen en recreëren

  • In heel de binnenstad geen doorgaand autoverkeer, alleen bestemmingsverkeer. Zo komt er ruimte voor voetgangers, fietsers, spelende kinderen, vergroening en extra woningen. Daardoor komen mensen graag naar de binnenstad en dat is weer goed voor de ondernemers. Dit is ook de reden waarom we een onderzoek willen naar de mogelijkheid om het Dwaalgebied de status van ‘woonerf’ te geven. Als dit zelfs in de binnenstad van Brussel kan, tot grote tevredenheid van velen, waarom dan niet in Tilburg? Daarbij past ook de ontwikkeling van het Stadsforum als groen, levendig plein waar mensen graag verblijven. Wat GroenLinks betreft wordt de binnenstad zo autoluw mogelijk.
  • Binnen de ringbanen wordt steeds meer openbare ruimte gebruikt voor het parkeren van auto’s. We gaan in gesprek met bewoners en bedrijven over het autobezit en -gebruik en gaan zoeken naar mogelijkheden om deze trend om te keren, zodat er voldoende ruimte is voor veilig fietsen en lopen en voor groen in de straat. Ook bij de ontwikkeling van nieuwe woningen is het niet langer vanzelfsprekend dat iedereen de auto voor de deur kan parkeren.
  • We promoten leefstraten. Een leefstraat is een straat die tijdelijk (en als de bewoners het willen permanent) een andere invulling krijgt: even wat minder ruimte voor verkeer en meer ruimte voor ontmoeting van bewoners en spelende kinderen. We gaan experimenteren met innovatieve manieren om in straten meer ruimte te geven voor ontspanning en het stallen van fietsen, zoals met ‘parklets’ en ‘fietsvlonders’. Op verzoek van bewoners of ondernemers richten we parkeerplekken tijdelijk in met groen, zitplekken of als terras. Bij succes kan dit definitief vorm krijgen.
  • We zorgen voor meer ruimte voor sport, spel en recreatie in de openbare buitenruimte, van wandelpaden en fietsroutes tot skatevoorzieningen en jeu-de-boulesbanen. Daarbij horen natuurlijk voldoende veilige, groene en uitdagende speelplekken voor kinderen, evenals ‘beweegtuinen’ voor alle leeftijden.
  • We treffen voorbereidingen voor transferia buiten het stadscentrum voor als de parkeercapaciteit in de binnenstad aan het plafond zit en om de binnenstad zo autoluw mogelijk te maken. Natuurlijk wordt er daarbij gezorgd voor een goede aansluiting op openbaar vervoer, leenfietsen en elektrische scooters.

Niet alleen schoner, maar ook veiliger verkeer

  • De openbare ruimte moet toegankelijk zijn voor iedereen, van jong tot oud en voor mensen met een beperking. Dus ruimte op de stoep voor rolstoelen en ouders met kinderwagens en veilige oversteekplaatsen voor mensen die minder mobiel of slechtziend zijn.
  • In navolging van de cityring wordt de maximumsnelheid op alle straten binnen de ringbanen 30 km/u. De ringbanen worden maximaal 50 km/u, en vervoermiddelen met verschillende snelheden worden zoveel mogelijk van elkaar gescheiden. Snorfietsen en scooters zijn verhoudingsgewijs erg verkeersonveilig en daarom streven we ernaar dat de snorfiets, net als de brommer, op veel plekken naar de rijbaan gaat waar de snelheid beter past dan op het fietspad.
  • Op straten waar geen apart trottoir is voor voetgangers moet, conform het voorstel van Veilig Verkeer Nederland, een maximumsnelheid van 15 km/u gelden.
  • We gaan voor een verkeersveilig Tilburg, zeker rondom scholen. Rond meer scholen voeren we schoolstraten in, waarbij de straat tijdelijk is afgesloten tijdens haal- en brengtijden.
  • We stimuleren het fietsen en lopen naar school. Daar hoort bij dat we de door kinderen veelgebruikte schoolroutes naar onze basis- en middelbare scholen verkeersveilig maken. Bij potentieel gevaarlijke verkeerssituaties tussen gemotoriseerd verkeer en schoolkinderen, krijgen kinderen prioriteit. Ook andere onveilige verkeerssituaties pakken we aan.
  • We willen dat Tilburg vooroploopt met de invoering van Intelligente Snelheidsaanpassing (ISA) voor auto’s rond plekken met kwetsbare verkeersdeelnemers. Dit betekent dat het autoverkeer in de omgeving van bijvoorbeeld scholen, verzorgingshuizen, winkelcentra en speeltuinen niet sneller kan rijden dan de toegestane maximumsnelheid.