Vanaf september zal er daarmee een klimaatzone ingesteld worden in het gebied binnen de Ringbanen, wat betekent dat alle bomen in dit gebied voortaan alleen nog vanwege zwaarwegende redenen gekapt mogen worden. Een grote stap die goed past bij de bestaande inzet voor een meer klimaatadaptieve en groene inrichting van de stad. Naast de extra vergroening die plaats vindt in de binnenstad en in de buurten en wijken, lukt het met dit voorstel nog beter dan voorheen om bestaand groen te behouden. Een volwassen boom heeft een verkoelende functie die gelijk staat aan 10 airco’s, dus dat betekent grote winst voor het klimaat! Daarnaast worden de voorwaarden voor het verkrijgen van een kapvergunning aangescherpt.  Deze vergunning moet je voortaan motiveren, en hierover het gesprek met de buurt aangaan. Hiermee zal er bewuster worden omgegaan met de noodzaak voor een kapaanvraag en er meer ruimte komen voor andere oplossingen door het gesprek met de buurt. 

Het aangepaste GroenLinks-initiatiefvoorstel bestaat uit 2 delen.

1. Met het voorstel willen we allereerst een ‘klimaatzone’ instellen voor het gebied binnen de ringbanen. Dit gebied is erg versteend en daardoor hittestress-gevoelig. Er wordt weliswaar nieuw groen in de binnenstad aangelegd en op steeds meer plekken in buurten en wijken waar dat mogelijk is. Vanwege de verkoelende functie van groen is het echter ook belangrijk zoveel mogelijk bestaand groen te behouden. Door het instellen van een klimaatzone kunnen bomen in deze zone enkel vanwege zwaarwegende maatschappelijke redenen nog gekapt kunnen worden. Ze krijgen in feite extra bescherming, zoals dat nu ook al geldt voor monumentale bomen, bomen met een structuurbepalend karakter en bomen die belangrijk zijn voor de stadsecologie (aangeduid met hoofd- en ecowaarde).

2. Het tweede voorstel gaat over alle bomen die geen extra bescherming genieten (aangeduid met basis- en nevenwaarde). 
We stellen voor dat initiatiefnemers (gemeente, bouwbedrijven, ontwikkelaars én particulieren) de aanvraag van de kapvergunning voortaan moeten motiveren. In de huidige praktijk is het zo is dat de gemeente moet aantonen waarom een kapvergunning niet verleend zou mogen worden, en is motivering niet nodig. Overigens blijft de gemeente ook in de nieuwe situatie toetsen op de weigeringsgronden (artikel 6 bomenverordening). Dat zijn: de natuur-en milieuwaarde, de landschappelijke waarde, de waarde voor straat- of stadsbeeld, de cultuurhistorische waarde, de waarde voor recreatie. 

Met dit voorstel voegen we bovendien een extra weigeringsgrond toe: de klimaatadaptieve waarde. Hiermee kan een kapvergunning bijvoorbeeld geweigerd worden wanneer er weinig groen is in de omgeving van een school, speeltuintje, sportveld of zorginstelling. 

Daarnaast stellen we voor dat een initiatiefnemer (gemeente, bouwbedrijven, ontwikkelaars én particulieren) bij een kapaanvraag in gesprek gaat met de buurt over de plannen, en dat hiervan een verslag moet worden gemaakt. Hiermee willen we bereiken dat er bewuster wordt nagedacht over de noodzaak van kap; er kan daarmee een preventieve werking vanuit gaan. Daarnaast kunnen er in gesprek mogelijk oplossingen ontstaan waardoor er minder of geen bomen om hoeven. Dit gebeurde ook in de situatie van de situatie Korvelplein 175, al was men hier al in de bezwaarprocedures terecht gekomen. Een gesprek vooraf kan een bezwaarprocedure en de nodige vertraging die zo’n procedure met zich mee brengt naar verwachting voorkomen. 

 Op basis van de debatsessie in de gemeenteraad maken we tot slot een uitzondering voor particulieren die een aanvraag doen voor de kap van één boom. Pas wanneer zij een kapaanvraag doen voor meer dan één boom moeten zij de kapvergunning motiveren en het gesprek met de buurt aangaan. Voor alle andere initiatiefnemers (gemeente of bouwbedrijven/ontwikkelaars) wordt deze uitzondering niet gemaakt. 

Zie bijgevoegd het aangepaste initiatiefvoorstel: