Een spandoek aan de kazerne op dinsdagochtend met ‘statushouders niet welkom in zuid’ deed me vrezen voor een grimmige sfeer. Ook de twee politiewagens voor de deur van Campus013 maakten dat ik het best spannend vond hoe de tweede infoavond zou lopen. Al snel zou blijken dat dat absoluut niet nodig was.
Waar bij de eerste infoavond een veertigtal omwonenden aanwezig was, waren er nu een twintigtal. De organisatie besloot de setting aan te passen in een intiemer gesprek in een halve cirkel. Op rustige, verbindende toon lichtten wethouder Esmah Lahlah en COA locatiemanager Hans Wouters de plannen toe.
De voorziening zal er tot uiterlijk 1 november 2022 zijn vanwege de gebiedsontwikkeling in Stappegoor. Omdat de voorziening niet geschikt is voor gezinnen met kinderen, komen er alleenstaanden en stelletjes. De tijdelijke opvang moet de druk van de azc’s halen. In de tijdelijke opvang komen alleen mensen die een verblijfsvergunning hebben gekregen en wachten op een geschikte woning. Het zijn nieuwe Brabanders, waaronder nieuwe Tilburgers, die graag aan hun toekomst willen beginnen.
Enkele omwonenden uitten hun zorgen. Door corona is dezelfde locatie recent gebruikt door Traverse voor de opvang van dak- en thuislozen. Daar hebben sommigen overlast van ervaren. Glasscherven in de speeltuin, veel in- en uitloop door de woonwijk. ‘Kan de ingang dan niet aan de andere kant?’, vragen inwoners die in de straat van de huidige ingang wonen. De wethouder beaamt dat het hier uiteraard om een andere doelgroep gaat, maar dat deze suggestie zeker het uitzoeken waard is.
Zo gaat het gesprek verder. Zorgen gaan vooral over de hoeveelheid nieuwe mensen en de druk die dat zou kunnen opleveren voor de wijk: ‘Er zijn nu al veel spelende jongeren die laat herrie maken op het sportveldje, gaat dat straks erger worden?’, ‘Waarom allemaal in de kazerne en niet verspreid over verschillende wijken?’, ‘Gaan deze mensen rondhangen in de wijk?’ Maar wie zorgen uit, denkt net zo goed mee over oplossingen. En er zijn net zo goed buurtbewoners die al van de start laten merken dat zij de angst niet begrijpen en graag horen wie hun toekomstige tijdelijke buren zijn en hoe ze kunnen helpen.
Naarmate het gesprek vordert, merk ik dat de toonzetting van de vragen steeds vriendelijker wordt. In gesprek gaan de scherpe randjes er vanaf, de angst lijkt af te nemen en de warmte neemt toe. ‘Is er voor deze nieuwe inwoners genoeg te doen, zodat ze niet in een frustrerende situatie blijven?’, ‘Kan de uitstraling van dat gebouw niet wat vriendelijker, wie wil nou achter een gevangenishek zitten?’, ‘Zijn wij ook welkom in deze opvanglocatie om bijvoorbeeld samen te koken of deze mensen welkom te heten?’
De dame die zich eerder zorgen maakte over herrie op het sportpleintje bevestigt dat deze mensen van harte welkom zijn. De suggestie om een beheergroep te organiseren met omwonenden, COA-beheerders en de omgevingsmanager om snel te kunnen schakelen stelt gerust. Een ondernemer laat weten het liefst 40 van deze mensen in dienst te kunnen nemen. Later hoor ik dat op de eerste infoavond de mensen met de grootste zorgen op het eind vroegen of deze mensen niet voorrang kunnen krijgen op sociale huur in de wijk, ze zijn immers misschien vrienden geworden intussen.
De avond eindigt met gesprekken in kleinere kringen, tussen omwonenden en bestuurders, ambtenaren en hulpverleners. Ideeën worden gedeeld om deze nieuwe Brabanders de stad te leren kennen, contactgegevens worden uitgewisseld om betrokken te blijven. En ik ga opgelucht naar huis met de warme gedachte: “Tilburg is écht een gastvrije stad.”